WIJZIGING ETIKETTERING EPOXYHARSPRODUCTEN
De EU heeft de regels voor productetikettering aangescherpt om de gezondheid van gebruikers van epoxyharsproducten te beschermen. In deze FAQ's beantwoorden we de meest gestelde vragen over de veranderingen voor zowel gebruikers als werkgevers. Op onze etiketten, productinformatiebladen en veiligheidsinformatiebladen leggen we duidelijk uit hoe je deze producten altijd veilig gebruikt.
Heb je nog vragen? Neem gerust contact op met Jan Kamphuis van de afdeling Productveiligheid.
FAQ'S WIJZIGING ETIKETTERING VAN EPOXYHARSPRODUCTEN
Op basis van nieuwe toxicologische studies is in april 2024 door de EU aangekondigd dat een bepaalde grondstof in epoxyharsproducten moet worden geclassificeerd als giftig voor de voortplanting, categorie 1B.
Dit betekent dat producten die deze grondstof in een concentratie van meer dan 0,3 % bevatten op het etiket het volgende moeten aanpassen:
- Gevarenzin “Kan de vruchtbaarheid schaden” (Gevarenzin H360F)
- Symbool “Gevaar voor de gezondheid” (GHS symbool 08)
- Signaalwoord “Gevaar’
De nieuwe wetgeving geldt voor vrijwel alle epoxyharsproducten in de EU, dus ook voor nagenoeg alle epoxyharsproducten van de merken UZIN, Arturo en codex.
Er is geen vaste overgangsdatum. De betreffende epoxyharsproducten van UZIN UTZ worden inmiddels volgens de nieuwe regels uitgeleverd.
EMICODE
Epoxyharsproducten die de gevarenzin H360F (“Kan de vruchtbaarheid schaden”) dragen, mogen vanaf mei 2025 niet langer het EMICODE‑label (lage emissies) voeren.
DGNB, BNB, QNG, BREEAM
Voor het toekennen van duurzaamheidskeurmerken wordt verwezen naar EMICODE‑classificering. De wetgeving voor nieuwe etikettering kan dus gevolgen hebben voor duurzaamheidskeurmerken als het Duitse DGNB, BNB, QNG en BREEAM.
LEED
Voor het LEED‑keurmerk heeft dit geen gevolgen.
Heb je vragen? Neem contact op met jouw Technisch Commercieel Adviseur voor een passend alternatief in lopende projecten.
Door de nieuwe regels voor productetikettering is het volgende veranderd met betrekking tot het gebruik van epoxyharsproducten met de gevarenzin H360F:
- Deze epoxyharsproducten mogen alleen door professionele verwerkers worden toegepast.
- Zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven mogen niet met deze epoxyharsproducten werken, ook niet in de professionele sector.
- Verkoop aan particuliere gebruikers (doe-het-zelvers) is wettelijk verboden.
Voor de eindgebruiker heeft de nieuwe productetikettering geen gevolgen. Epoxyharsproducten kunnen in alle voorgeschreven toepassingen gebruikt blijven worden, net als voorheen
Het is van belang om te weten dat de nieuwe etikettering en beperkingen op het gebruik van epoxyharsproducten alleen van toepassing zijn op de vloeibare nog niet uitgeharde producten tijdens de verwerking. Zodra de epoxyharsproducten zijn uitgehard, hebben de betrokken grondstoffen volledig gereageerd en is de resulterende epoxyharslaag niet meer schadelijk voor milieu of gezondheid.
De nieuwe etikettering en beperkingen op het gebruik van epoxyharsproducten zijn alleen van toepassing op de vloeibare nog niet uitgeharde producten tijdens de verwerking. Zodra de epoxyharsproducten zijn uitgehard, hebben de betrokken grondstoffen volledig gereageerd en is de resulterende epoxyharslaag niet meer schadelijk voor milieu of gezondheid.
De nieuwe productetikettering met det gevarenzin H360F verwijst niet naar nieuwe risico’s bij inademing of huidcontact en zijn ongewijzigd:
Huidcontact: beschermende maatregelen blijven nodig vanwege het risico op overgevoeligheid, zoals beschreven in de veiligheidsinformatiebladen (rubriek 8). Bij het verwerken van epoxyharsproducten is het daarom altijd belangrijk beschermende kleding, de juiste handschoenen en een veiligheidsbril te dragen.
Inademing: door de lage dampdruk van de reactieve verdunningsmiddelen is er praktisch geen risico op inademing. Aanvullende maatregelen zoals ademhalingsbescherming zijn (bij voldoende ventilatie) bij het verwerken van epoxyharsproducten van UZIN UTZ niet vereist.
Lees en volg altijd de instructies op het etiket, het productinformatieblad en het veiligheidsinformatieblad. Een goede voorbereiding, beschermende kleding, de juiste handschoenen en een veiligheidsbril zijn onmisbaar bij het veilig verwerken van epoxyharsproducten al dan niet met de gevarenzin H360F.
In Nederland geldt geen opleidingsvereiste voor verwerkers van epoxyharsproducten, zoals wel het geval is bij isocyanaten. In andere Europese landen kan dat anders zijn.
Epoxyharsproducten met de gevarenzin H360F mogen in Nederland niet aan consumenten worden verkocht, maar alleen aan professionals. Deze informatie staat in het veiligheidsinformatieblad en op het etiket.
Afhankelijk van de toepassing zijn er goede alternatieven. Daarnaast werken we continu aan ons productassortiment. Daardoor komen er bij UZIN UTZ steeds meer producten beschikbaar zonder de gevarenzin H360F. Jouw Technisch Commercieel Adviseur kan jou hierover uitgebreid adviseren.
Doordat de betreffende epoxyharsproducten zijn gelabeld met de gevarenzin H360F (‘kan de vruchtbaarheid schaden’), vallen ze onder de CMR‑classificatie Reprotoxisch 1A/1B. Dit legt werkgevers specifieke verplichtingen op.
Wat is CMR?
CMR staat voor Carcinogeen (kankerverwekkend), Mutageen (kan DNA beschadigen) en Reprotoxisch (schadelijk voor voortplanting of ontwikkeling).
De gevarenzin H360F duidt aan dat de stof de vruchtbaarheid kan schaden. Om die reden worden deze producten ook geclassificeerd als CMR-stof, de categorie 1A/1B betekent dat er een bewezen risico is voor mens en dier.
Wat moeten werkgevers doen als er wordt gewerkt met CMR-stoffen?
In Nederland maken regels omtrent het werken met CMR‑stoffen deel uit van het arbeidsomstandighedenbesluit. Als werkgever heb je specifieke wettelijke verplichtingen als er wordt gewerkt met CMR-stoffen. Deze staan beschreven in het arbeidsomstandighedenbesluit in hoofdstuk 4, afdeling 2. (artikel 4.11 t/m 4.23).
Ga naar het arbeidsomstandighedenbesluit
Hoewel deze informatie met grote zorgvuldigheid is samengesteld, kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de volledigheid en juistheid ervan. De verstrekte informatie en uitspraken ontslaan je niet van de verplichting om de wettelijke voorschriften in acht te nemen en, indien nodig, aanvullende specifieke informatie in te winnen.
Heb je nog vragen?
Neem dan gerust contact op met Jan Kamphuis, van onze afdeling Productveiligheid.